استعمال الضمائر : hen/hun/zij

Het pronomen: hen, hun en zij

قد يجد الكثير ممن يتعلم اللغة الهولندية صعوبة في معرفة الفرق بين الضمائر (hen, hun en zij) ومتى يتم استعمال كل واحد منها.  فهذه الضمائر قد يتغير معناها في الجملة فيمكن أن تشير إلى مفعول به مباشر أو مفعول به غير مباشر أو كذلك ضمير للملكية…. هذا الدرس مخصص لشرح الحالات التي يتم استعمال كل واحد من هذه الضمائر والطريقة السليمة لمعرفة الضمير المناسب من خلال داسة وتحليل مكونات الجملة…

بعد مشاهدة هذا الدرس، قم بالنقر على الرابط الموجود أسفل الفيديو لكي تختبر ما تعلمته من خلال هذا الدرس.

Time limit: 0

Quiz-summary

0 of 10 questions completed

Questions:

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4
5. 5
6. 6
7. 7
8. 8
9. 9
10. 10

Information

انقر على الزر أسفله لـتختبر ما تعلمته من خلال هذا الدرس.

You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.

Quiz is loading...

You must sign in or sign up to start the quiz.

You have to finish following quiz, to start this quiz:

Results

0 of 10 questions answered correctly

Your time:

Time has elapsed

You have reached 0 of 0 points, (0)

Categories

1. Not categorized 0%

• شكرا لإتمامك هذا الاختبار

Your result has been entered into leaderboard

Loading

Name: E-Mail:

Captcha:

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4
5. 5
6. 6
7. 7
8. 8
9. 9
10. 10

1. Answered
2. Review

1. Question 1 of 10

   1. Question

   Je kunt …… niet altijd zulke vervelende dingen melden.

   • hun
   • hen
   • zij
2. Question 2 of 10

   2. Question

   Als je op ….. stemt, gaat er vast veel veranderen.

   • hen
   • zij
   • hun
3. Question 3 of 10

   3. Question

   Geloof jij dat …….. met ons op vakantie willen gaan?

   • zij
   • hen
   • hun
4. Question 4 of 10

   4. Question

   …… expeditie duurde niet zo lang als de onze.

   • hun
   • zij
   • hen
5. Question 5 of 10

   5. Question

   Wij rijden morgen met …….. mee naar het strand.

   • hen
   • hun
   • zij
6. Question 6 of 10

   6. Question

   Tim heeft ……. de CD pas na een maand teruggegeven.

   • hun
   • hen
   • zij
7. Question 7 of 10

   7. Question

   Volgens mijn vader hebben ……… nog geen commentaar geleverd op ons voorstel.

   • zij
   • hen
   • hun
8. Question 8 of 10

   8. Question

   Wij hebben helemaal geen bezwaren tegen ……. plan.

   • hun
   • zij
   • hen
9. Question 9 of 10

   9. Question

   Moeder heeft …….. al gevraagd wat zij willen eten.

   • hun
   • zij
   • hen
10. Question 10 of 10

    10. Question

    Volgend schooljaar doen …….. al eindexamen.

    • zij
    • hen
    • hun